Tuinplanten
Acaena microphylla ‘Kupferteppich’, een stekelnootje, is een laagblijvende bodembedekkende vaste plant van origine afkomstig uit Nieuw-Zeeland. Daar groeit en bloeit het stekelnootje in weiden en rivierbeddingen.
De Nederlandse naam stekelnootje dankt Acaena microphylla ‘Kupferteppich’ aan de roodbruine gestekelde vrucht die met weerhaakjes aan kleding kan blijven hangen.
Bijzonder kenmerk van Acaena microphylla ‘Kupferteppich’ is het donkere grijsbruine blad van het stekelnootje wat in de winter lang aan kan blijven.
De bloei van Acaena microphylla ‘Kupferteppich’ vindt plaats in de zomerperiode. Na de bloei vormt het stekelnootje de karakteristieke stekelige vruchten en vaak zijn zowel de bloemen als de stekelnootjes tegelijkertijd te zien
Acaena microphylla ‘Kupferteppich’ staat bekend als matig tot redelijk winterhard wat gezien het land van herkomst niet zo verwonderlijk is.
Bladgrootte:klein (<5 cm)
Acanthus hungaricus, de Hongaarse bereklauw of Hongaarse akant, oogt in alle opzichten wat netter en strakker dan Acanthus mollis, de zachte bereklauw.
Van nature komt deze plant niet alleen voor in Hongarije maar ook in de bossen en onder kreupelhout in Roemenië, noord-Griekenland en het gebied van voormalig Joegoslavië.
Het grote ongestekelde blad van Acanthus hungaricus lijkt veel meer op een veer (‘veerspletig’) dan het blad van Acanthus mollis.
De hoogte van de bloei-aren van de Hongaarse akant, waarin vaak 4 rijen bloemen zitten, is circa 120-150 cm. De bloei van Acanthus hungaricus valt in de zomerperiode juni-juli.
Acanthus hungaricus vormt dichte pollen op een geschikte, zonnige standplaats en is goed winterhard.
Bladgrootte:groot (15 cm>)
Acanthus mollis, zachte acanthus, akant of stekelige bereklauw, komt van nature voor in de Europese landen rond de Middellandse zee en wel in rotsige bossen en oude stenen muren.
De Nederlandse namen zachte acanthus en stekelige bereklauw lijken tegenstrijdig maar zijn dat niet. Het blad van zachte acanthus is zonder stekels (mollis (lat.) = zacht) maar de schutbladeren van de bloemen zijn bezet met een aantal stekels. (akantha (gr.) = stekel 0f doorn)
Acanthus mollis staat in de tuin graag op een droge kalkrijke warme plek in de volle zon en kan dan bloemen ontwikkelen die tot 2 meter hoog zijn. Bestuiving vindt plaats door hommels en bijen.
Het groene eironde blad van Acanthus mollis is circa 20 cm breed en vaak wel een meter lang. Uiteindelijk vormt Acanthus mollis grote pollen die wel een meter of meer in doorsnede zijn.
Acanthus mollis bloeit in de periode tussen juni en september met statige rechtopstaande bloeiaren.
Na de bloei vormt Acanthus mollis doosvruchten met zaden die na enige tijd weggeschoten worden.
Bladgrootte:groot (15 cm>)
De lila lipbloemen van Agastache ‘Black Adder’ hebben een mooi contrast met de veel donkerder bloeistengel. Dat maakt Agastache ‘Black Adder’ nog aantrekkelijker dan de bekendere en in Rotterdam ontdekte kruising Agastache ‘Blue Fortune’
Agastache ‘Black Adder’ is net als andere dropplanten populair vanwege de massale lange bloei en de attractiewaarde voor allerlei vlinders, hommels en bijen.
Agastache ‘Black Adder’ is goed te combineren met allerlei vaste planten. Agastache ‘Black Adder’ is ook geschikt als prairieplant.
De hoogte van Agastache ‘Black Adder’ tijdens de bloei in de zomer bedraagt 80-100 cm. Agastache ‘Black Adder’ niet aanplanten op zware kleigronden maar op goede waterdoorlatende voedselrijke bodems.
Agastache ‘Blue Boa‘, een dropplant of anijsnetel, is een Amerikaanse selectie en een veronderstelde verbetering van Agastache ‘Blue Fortune’.
De bloemaar van Agastache ‘Blue Boa’ heeft een diepere en intensere kleur lilablauw en is bovendien iets langer dan van Agastache ‘Blue Fortune’.
Agastache ‘Blue Boa’ wordt 80 tot 100 cm hoog en deze dropplant bloeit in de zomer periode tussen juli en oktober.
De bodem moet voor Agastache ‘Blue Boa’ goed waterdoorlatend en vruchtbaar zijn om te kunnen overwinteren.
Vlinders, hommels en bijen vinden Agastache ‘Blue Boa’ een aantrekkelijke plant en de bloemen worden dan ook druk bezocht. Agastache ‘Blue Boa‘ schijnt volgens de ontdekker en licentiehouder, Terra Nova Nurseries, ook kolibri’s te kunnen trekken. Maar dat zou in Nederland wel eens kunnen mislukken…
Agastache ‘Blue Fortune’ is waarschijnlijk 1 van de meest bekende dropplanten of anijsnetels. Agastache ‘Blue Fortune’ is ontstaan uit een kruising tussen Agastache foeniculum (Noord Amerika) en Agastache rugosa (Japan, Korea en China).
Agastache ‘Blue Fortune’ is ontdekt werd door Gert Fortgens van Arboretum Trompenburg in Rotterdam en deze dropplant is in korte tijd heel populair geworden. Dit is de reden om de herkomst om ‘Europa’ te zetten…
Dat Agastache ‘Blue Fortune’ zo populair geworden is is zo verwonderlijk want deze snel groeiende plant heeft prachtige lila bloemaren, is hitte en droogte tolerant en is vrij van allerlei ziektes en plagen.
Agastache ‘Blue Fortune’ wordt ongeveer 1 meter hoog en trekt tijdens de bloei talloze vlinders, hommels en bijen. De bloei houdt lang aan en begint ergens in de zomerperiode. De bloemen geuren een beetje naar anijs of venkel. Het blad lijkt veel op het blad van een (brand)netel en dat verklaart de naam anijsnetel.
De bodem moet voor Agastache ‘Blue Fortune’ wel goed waterdoorlatend zijn want dropplanten kunnen slecht tegen natte voeten.
Agastache ‘Blue Fortune’ is net als andere dropplanten goed te combineren met allerlei andere vaste planten waaronder Echinacea (Rode zonnehoed), Monarda (bergamotplant), Persicaria (duizendknoop), Phlox (Vlambloem, floks), Salvia (salie), Verbena (IJzerhard)
Agastache rugosa ‘Alabaster’ is een witbloeiende vorm van Agastache rugosa.Agastache rugosa komt oorspronkelijk uit Japan, China en Korea waar deze dropplant of anijsnetel in velden groeit en onder droog kreupelhout.
Agastache rugosa ruikt naar anijs en het lang gepunte blad lijkt op het blad van een brandnetel.
Agastache rugosa ‘Alabaster’ bloeit in de periode juni-september en wordt dan ongeveer een meter hoog.
Om onze winters te kunnen overleven moet Agastache rugosa ‘Alabaster’ op een goede waterdoorlatende bodem en op een zonnige plaats staan.
Ajuga reptans ‘Chocolate Chip’ is een bruinbladige variëteit van de ‘gewone’ Ajuga reptans oftewel kruipend zenegroen. Kruipend zenegroen komt van nature vrij algemeen voor in Nederland en België maar is zeldzaam in Vlaanderen.
Ajuga houdt van een goed bemeste vochtige tuingrond en breidt zich dan uit met lange en bebladerde uitlopers die ook weer wortels maken. Door de uitlopers met wortels in stukken te knippen en opnieuw uit te planten kan een mooi dicht tapijt ontstaan.
Ajuga reptans ‘Chocolate Chip’ bloeit met opstaande blauwe bloemen in de periode mei-juni. De hoogte van het blad van Ajuga reptans ‘Chocolate Chip’ bedraagt circa 5 cm en met de bloem erbij wordt deze vaste plant circa 10 tot 15 cm hoog.
Het blad van Ajuga reptans ‘Chocolate Chip’ blijft vaak in de winter groenbruin maar echt wintergroen kunnen we Ajuga reptans ‘Chocolate Chip’ niet noemen. Het enkelvoudige blad van Ajuga is kruisgewijs tegenoverstaand en spatelvormig. Het gaafrandige blad van Ajuga reptans ‘Chocolate Chip’ is kleiner dan van de meeste Ajuga reptans-variëteiten.
De standplaats van Ajuga reptans ‘Chocolate Chip’ dient zonnig te zijn maar lichte schaduw wordt ook verdragen. De grond dient goed waterdoorlatend te zijn maar niet te droog. Ajuga reptans ‘Chocolate Chip’ kan toegepast worden als bodembedekker of als planten voor de voorrand van de border.
Overigens bestaan er van Ajuga reptans-variëteiten met een mooie donkerbruine bladkleur.
Bladgrootte:klein (<5 cm)
Alchemilla mollis, of (fraaie) vrouwenmantel, komt als wilde plant van nature voor in Oost-Europa en West-Azië. Vaak groeit Alchemilla mollis langs beekjes in weiden of in loof- en naaldhoutbossen.
Alchemilla mollis staat bekend als een vaste plant die zich gemakkelijk uitzaait maar ook gemakkelijk is wat betreft standplaats en groeiomstandigheden. Omdat Alchemilla mollis zich zo gemakkelijk uitzaait is de vrouwenmantel tegenwoordig in veel landen in West-Europa buiten de tuinen te vinden.
Vrouwenmantel groeit het beste op een zonnige of halfbeschaduwde plaats.
Het blad van Alchemilla mollis is aan de boven- en onderkant fijn behaard waardoor waterdruppels op de bladschijf kunnen blijven liggen.
Alchemilla mollis kan uitstekend tegen droogte wat Alchemilla mollis ook geschikt maakt op warme branderige plaatsen.
De bloeiwijze van Alchemilla mollis is groengeel en is zelfs voor ‘geelhaters’ vaak nog acceptabel.
Na de bloei in de periode mei-juni kan Alchemilla mollis er wat rommelig uit zien. Dan wordt het tijd om Alchemilla mollis terug te knippen. Na enkele weken verschijnt dan weer jong fris blad!
Bladgrootte:middel (5-15 cm)
Allium tuberosum heeft twee regelmatig gebruikte Nederlandse namen: Chinese bieslook of knoflookbieslook. Allium tuberosum komt oorspronkelijk voor in de zuidwestelijke Chinese provincie Shanxi voornamelijk als steppeplant. Het zaad van Chinese bieslook kiemt vrij gemakkelijk wat de reden is dat deze vaste plant tegenwoordig ook verwilderd te vinden is in Noord-Amerika en Europa.
Chinese bieslook bloeit later, met witte bloemen, dan andere allium-soorten namelijk in de periode augustus-oktober. Dit keukenkruid is ook wat grover dan onze eigen roze bloeiende bieslook.
De knoflookbieslook laat zich gemakkelijk scheuren en is een leuke gemakkelijke plant voor de tuinkruidenhoek.
Bladgrootte:middel (5-15 cm)
Amsonia tabernaemontana, stermaagdenpalm of blauwe ster komt van nature voor in Noord-Amerika: van New Jersey tot Florida, Illinois, Kentucky, Missouri en Texas.
Amsonia tabernaemontana groeit voornamelijk in vochtige weiden. In Nederland wordt de variëteit salicifolia gekweekt vanwege het mooie smalle wilgachtige blad.
Amsonia tabernaemontana salicifolia bloeit met lichtblauwe bloemen aan het einde van het voorjaar en begin zomer in de periode tussen april en juli.
Amsonia tabernaemontana salicifolia vormt veel stengels die uit een stevige wortelstok ontspruiten en krijgt zo een bossig voorkomen.
De standplaats van blauwe ster of stermaagdenpalm dient voldoende vocht te bevatten. Na de bloei krijgt Amsonia tabernaemontana salicifolia een gele tot oranje herfstkleur.
Bladgrootte:klein (<5 cm)
Anemone ‘Honorine Jobert’, een herfstanemoon met een enkelvoudige bloem, behoort tot de allermooiste herfstbloeiende vaste planten. In De Tuinen van Appeltern staan deze herfstanemonen op verschillende plaatsen in de periode augustus-september te pronken vaak in combinatie met de herfstkleuren van Euonymus alatus (Kardinaalshoed) en Parthenocissus quinquefolia ‘Engelmannii’ (wilde wingerd).
Anemone ‘Honorine Jobert’ wordt door velen beschouwd als een zogenaamde x hybrida-anemoon. Dit is een hybride die ontstaan is uit een kruising tussen twee andere anemonen: Anemone vitifolia, een wilde plant afkomstig uit het Himalaya-gebied en Anemone hupehensis var. japonica afkomstig uit Japan. Het gevolg van deze kruising zijn steriele en slechtbestuivende herfstanemonen met drie stellen chromosomen.
Anemone ‘Honorine Jobert’ is ontdekt in 1858 door kweker M.O. Froebel in de tuin van zijn dochter in Verdun-sur-Meuse maar is volgens de ontdekker geen kruising! Hij ontdekte de wit bloeiende variant tussen een grote pol rood bloeiende Anemone japonica en constateerde dat een worteluitloper witte bloemen produceerde.
De hoogte van Anemone ‘Honorine Jobert’ bedraagt ruim 120 cm. Net als veel borderplanten houdt Anemone ‘Honorine Jobert’ van een goed gedraineerde tuingrond. Het liefste staan deze prachtige vaste plant op een zonnige plaats of op een plek met lichte schaduw.
Hele mooie combinaties zijn te maken wanneer Anemone ‘Honorine Jobert’ wordt gecombineerd met bijvoorbeeld Eupatorium maculatum-cultivars, Persicaria amplexicaulis-cultivars of Actaea ramosa-cultivars.
Behalve vaste planten kunt u deze witte herfstanemoon ook combineren met allerlei verschillende soorten siergrassen zoals bijvoorbeeld Molinia caerulea-cultivars, Panicum virgatum-cultivars of Miscanthus sinensis-cultivars.
Bladgrootte:middel (5-15 cm)
Anemone hybrida ‘Serenade’ is een Japanse anemoon of herfstanemoon met een bijzondere roze bloeikleur en halfdubbele bloemen. De bloemblaadjes van Anemone hybrida ‘Serenade’ overlappen elkaars deels vanuit het gele hart.
Anemone hybrida ‘Serenade’ is een bekroonde herfstanemoon en Anemone hybrida ‘Serenade’ bloeit vanaf de zomer tot diep in de herfst.
Het blad van Anemone hybrida ‘Serenade’ is drie-lobbig en de plant breidt zich langzaam uit door middel van wortelstokken. Op een gunstige plek kunnen zo hele pollen ontstaan. Anemone hybrida ‘Serenade’ is winterhard tot ca. -15 graden.
Anemone hybrida ‘Serenade’ wordt 80-100 cm hoog en staat graag op een lichtbeschaduwde tot halfbeschaduwde plaats in de plantenborder.
Anemone hybrida ‘Serenade’ houdt ook van een rijke vochtdoorlatende bodem. Dus een bodem die veel organische meststoffen bevat.
Anemone hybrida ‘Serenade’ is verder een vrij gemakkelijke plant die weinig te lijden heeft van ziektes en ongedierte.
Bladgrootte:middel (5-15 cm)
Aphodeline lutea, de jonkerlelie of gele affodil, is eigenlijk met geen enkele tuinplant te verwarren. Aphodeline lutea heeft grasachtige bladeren en bloeit met talrijke gele bloemetjes op stengels die wel 120 cm hoog kunnen worden.
Oorspronkelijk komt Aphodeline lutea voor in het Middellandse zee gebied waar de plant te vinden is in gebieden met kalksteen onder kreupelhout en op stenige hellingen.
Aphodeline lutea staat dus graag op een zonnige warme plaats met een doorlatende bodem en stelt een jaarlijkse kalkgift op prijs.
De bloeitijd van Aphodeline lutea valt in de periode maart-juni. Aphodeline lutea heeft vele jaren zonder problemen in De Tuinen van Appeltern gestaan.
Bladgrootte:middel (5-15 cm)
Apios americana, de indianenaardappel of Amerikaanse grondnoot, is een klimplant waarvan de knollen van origine door verschillende Noord-Amerikaanse indianenstammen werden verzameld en gegeten. De voedzame en eetbare knollen kunnen vanaf het tweede jaar geoogst worden.
Apios americana is ons Europese klimaat goed winterhard hoewel de bovengrondse delen wel in de winter afsterven.
De geurende vlinderbloemen van Apios americana zijn erg decoratief en roze van kleur. De bloei van Apios americana valt in de zomerperiode.
Apios americana houdt van een zonnige en vochtige bodem en kan dan in 1 seizoen 2 tot 3 meter hoog worden.
Bladgrootte:middel (5-15 cm)
Aralia californica, is een duivelswandelstok of aralia, van origine afkomstig uit, hoe kan het anders, Noord-Amerika. Aralia californica is niet alleen te vinden in Californië, vooral rond San Francisco Bay, maar ook in zuidwest Oregon. Aralia californica lijkt in groeiwijze totaal niet op de gewone duivelswandelstok, want dat is een struik, Aralia elata.
In tuinen wordt Aralia californica gedurende het groeiseizoen zeker een meter of 2 tot 2.50 hoog. De losse bloeipluimen zijn 30 tot 45 cm lang en bevatten talloze witte bloemetjes. Aralia californica bloeit in de zomerperiode.
Na de bloei vormt Aralia californica zwartrode bessen die elk drie tot vijf zaden bevatten.
Het blad is groot, geveerd en erg decoratief en kan wel een meter lang worden.
Op een geschikte standplaats is de halfschaduw en een niet te droge grond wordt Aralia californica in het seizoen net zo hoog als breed! Als solitairplant is Aralia californica spectaculair!
Arbutus unedo ‘Compacta’ is een compact groeiende aardbeiboom. Arbutus unedo ‘Compacta’ bloeit met witte Pieris-achtige bloemen in de zomer periode.
Na de bloei worden in het volgende jaar de karakteristieke oranje rode vruchten gevormd die doen denken aan aardbeien. Vaak zijn zowel witte bloemen als rode vruchten tegelijkertijd te zien. De vruchten zien er aantrekkelijk uit, zijn niet giftig maar zijn ook niet echt lekker. Toch worden er van de vruchten alcoholische dranken gestookt.
Arbutus unedo ‘Compacta’ houdt van een zonnige beschutte standplaats en een niet te arme bodem. Arbutus unedo, komt van origine uit het Middellandse Zee gebied.
Het blad van Arbutus unedo ‘Compacta’ is wintergroen en omgekeerd eirond.
Arbutus unedo ‘Compacta’ blijft, zoals de naam suggereert, wat kleiner dan de soort Arbutus unedo. Compact betekent hier niet groter dan een meter of 4-5 terwijl de soort toch wel een meter of 9 tot 10 hoog kan worden.
Bladgrootte:middel (5-15 cm)
Artemissia lactiflora, witte bijvoet, komt oorspronkelijk uit West-China (provincie Sichuan) en groeit op open plekken en onder kreupelhout van bossen.
De bloei van Artemissia lactiflora of witte bijvoet met witte tot crème gele bloemen, vindt plaats in de periode augustus-september.
Witte bijvoet vormt na een aantal jaren grote sierlijke pollen en wordt in het seizoen circa 140 tot 160 cm hoog. Artemissia lactiflora is een gemakkelijke plant en volledig winterhard.
Artemissia lactiflora staat graag op een vochthoudende bodem en op een zonnige plaats in de border.
Aster dumosus ‘Sapphire’ is een herfstaster of kussenaster die met paarse straalbloemen bloeit in het najaar. De aster-dumosus hybriden staan bekend als ronde bossige planten waarvan de ouders waarschijnlijk bestaan uit de herfstastersoorten Aster dumosus en Aster novi-belgii, beiden uit Noord-Amerika.
De hoogte van Aster dumosus ‘Sapphire’ bedraagt 50-60 cm.
Een goede tuingrond, genoeg luchtcirculatie en niet teveel water geven in droge periodes houdt Aster dumosus ‘Sapphire’ meeldauw vrij.
Bladgrootte:klein (<5 cm)
Aster (dumosus) ‘Schneekissen’ is een relatief lage herfstaster met een rijke bloei van madeliefjes-achtige composietbloemetjes. De aster-dumosus hybriden staan bekend als ronde bossige planten waarvan de ouders waarschijnlijk bestaan uit de herfstastersoorten Aster dumosus en Aster novi-belgii, beiden uit Noord-Amerika.
Aster ‘Schneekissen’ is een gemakkelijke tuinplant en staat graag op een zonnige plek langs een pad of in de voorrand van een plantenborder.
Aster ‘Schneekissen’ groeit, zoals de naam al suggereert, kussenvormig tot een compacte halve bol. De hoogte van Aster ‘Schneekissen’ is circa 40-50 cm.
Bladgrootte:klein (<5 cm)
Aster divaricatus, de sneeuwster-aster, komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika waar deze vaste plant groeit op kaalslag en droge bossen.
Aster divaricatus wordt ongeveer 100 cm hoog, bloeit in de zomer tot in oktober met 3 cm grote witte bloemen met een geel hart.
Het hartvormige blad van Aster divaricatus is onder aan gelobd en voorzien van grove tanden
In de tuin staat Aster divaricatus graag op een droge zonnige plaats maar enige schaduw verdraagt Aster divaricatus eveneens.
Bladgrootte:klein (<5 cm)
Astrantia major ‘Roma’, Zeeuws knoopje of Zeeuws knopje, bloeit met relatief grote stervormige roze bloemen in de maand juni. De hoogte van Astrantia major ‘Roma’ bedraagt dan 60 tot 80 cm. Een andere Nederlandse naam voor Zeeuws knoopje is groot sterrenscherm.
Astrantia major of Zeeuws knoopje komt oorspronkelijk voor Midden- en Zuid-Europa en Klein-Azië waar Astrantia major voorkomt in lichte loofbossen, bosranden en berghellingen.
Mooie combinaties van Astrantia major ‘Roma’ of Zeeuws knoopje met andere tuinplanten zijn te maken met vroegbloeiende bossalie (Salvia nemerosa) en ooievaarsbekken (Geranium).
Bladgrootte:klein (<5 cm)
De wetenschappelijke naam van valse indigo, ook wel indigolupine genoemd, Baptisia australis verraad niet waar de plant van origine vandaan komt. Deze prachtige vaste plant behorende tot de familie van de vlinderbloemigen is afkomstig van de uitgestrekte prairies en rijke en ruige weiden van Zuidoost Noord-Amerika. De indigolupine is inheems in de staten Noord Virginia tot aan West Pensylvania en oostelijk tot de staten Missouri en Kansas. In het zuiden komt de deze Baptisia voor tot Georgia en Texas.
Na de bloei, die doorgaans valt in de periode mei-juni, vormt de indigolupine opgezwollen peulen. De hoogte van Baptisia australis bedraagt dan 100 tot 150 cm.
Baptisia australis staat graag op voedselrijke vochtige bodem in de zon maar de valse indigo mag ook op een plek met lichte schaduw staan.
Bladgrootte:middel (5-15 cm)
Begonia grandis ‘Heron’s Pirouette’ is een tuinbegonia maar wordt ook wel scheefblad genoemd. Hoewel Begonia grandis soms als winterhard wordt verkocht blijkt dat niet altijd het geval te zijn.
Begonia grandis ‘Heron’s Pirouette’ kan dan ook het beste op een beschutte plaats, bijvoorbeeld in een patiotuin, aangeplant worden.
Begonia grandis ‘Heron’s Pirouette’ staat graag op een vochtige bodem in de halfschaduw of schaduw en niet in de volle zon.
Begonia grandis ‘Heron’s Pirouette’ vormt broedbolletjes die gebruikt kunnen worden om de plant te vermeerderen. De broedbolletjes kunnen gewoon op de grond blijven liggen en een aantal zullen zelfs een strenge winter kunnen overleven. Het is wel verstandig om jonge uitgelopen planten tegen late nachtvorst te beschermen.
De sierwaarde van Begonia grandis ‘Heron’s Pirouette’ wordt gevormd door het prachtige lichtgroene scheve blad en de lange lichtroze bloemen die hiermee een mooi contrast vormen. Begonia grandis ‘Heron’s Pirouette’ is een selectie van plantenkenner en kweker Daniel J. Hinkley
Begonia grandis komt van oorsprong uit China, Japan en Zuidoost-Azië. Daar groeit Begonia grandis in naaldhoutbossen op bergachtige hellingen, in de bermen van dichte valleibossen, op vochtige rotswanden, in natte spleten van kalkwanden en op allerlei andere schaduwrijke en vochtige plaatsen op rotsen en langs beekjes tussen de 100 en 3400 meter hoog.
Begonia grandis evansiana, een begonia voor de tuin, is het meest winterhard van alle tuinbegonia’s. Dat wil niet zeggen dat Begonia grandis evansiana volledig winterhard is in ons klimaat! Dat is scheefblad ook niet en een beschutte plaats, bijvoorbeeld in een patiotuin, is aan te bevelen.
Begonia grandis evansiana staat graag op een vochtige bodem in de halfschaduw of schaduw en niet in de volle zon.
Begonia grandis evansiana vormt broedbolletjes die gebruikt kunnen worden om de plant te vermeerderen. De broedbolletjes kunnen gewoon op de grond blijven liggen en een aantal zullen zelfs een strenge winter kunnen overleven. Het is wel verstandig om jonge uitgelopen planten tegen late nachtvorst te beschermen,
De sierwaarde van Begonia grandis evansiana wordt gevormd door het prachtige groene scheve blad met paarse nerven en de lichtroze bloemen die hiermee een mooi contrast vormen. De onderzijde van het blad heeft een koperbruine kleur.
Begonia grandis evansiana komt van oorsprong uit China, Japan en Zuidoost-Azië.
Brunnera macrophylla of Kaukasisch vergeet-mij-nietje is een bladplant geschikt voor een halfbeschaduwde of beschaduwde border. Het grote blad is hartvormig en de blauwe bloemetjes gaan open in het voorjaar.
Van Kaukasisch vergeet-mij-nietje bestaan verschillende waardevolle cultivars waaronder Brunnera ‘Jack Frost’, Brunnera ‘Looking Glass’ en Brunnera ‘Sea Heart’.
Bladgrootte:groot (15 cm>)
Calamintha nepeta ‘Blue Cloud’, kleinbloemige steentijm of bergsteentijm, is een Europese plant die voorkomt van Zuid-Engeland oostelijk tot Zuid-Rusland en Noord-Iran en zuidelijk tot Spanje en Noord-Afrika.
De vorm ‘Blue Cloud’ bloeit volgens Kwekerij de Hessenhof, de ontdekker, pittiger en de bloemen zijn minder bleek van kleur.
Calamintha nepeta ‘Blue Cloud’ is een uitstekende plant voor bijen en de bloei die ergens in juni begint kan op een gunstige warme plek aanhouden tot aan de vorst.’
Calamintha nepeta ‘Blue Cloud’ groeit van nature vaak op kalksteen onder kreupelhout en op droge wallen.
De kleinbloemige steentijm, soms aangeduid met bergsteentijm, heeft rechtopstaande behaarde en vertakte stengels en wordt 50 tot 60 cm hoog. De hele plant is sterk aromatisch en de blaadjes ruiken na kneuzing erg naar munt.
In de winter blijven de uitgebloeide houtige stengels zichtbaar en sterven niet af.
Bladgrootte:klein (<5 cm)
De Karpaten, waar lagen die ook alweer? Het karpatenklokje, Campanula carpatica, komt van nature voorin bergachtige gebieden waar de paarsblauwe bloemen opengaan in de periode tussen juni en augustus. De hoogte bedraagt dan 40-50 cm.
Bij planten uit de bergen moet je wel een beetje oppassen. De meeste van die planten houden namelijk niet van natte voeten in de winterperiode. Het Karpatenklokje is geen uitzondering…
In de tuin staan de Karpatenklokjes graag op een zonnige plek, mag in de zomer best vocht bevatten, in de border. De bloemen staan op fijne steeltjes van een centimeter of 15 hoog: 1 per steeltje.
Campanula carpatica is wel een vrij tamme klokjesbloem die niet zo wild groeit als bijvoorbeeld Campanula portenschlagiana.
Bladgrootte:klein (<5 cm)
Carex morrowii ‘Ice Dance’ heeft wat lichtere strepen in het blad dan Carex morrowii ‘Variegata’. Beiden worden in het Nederlands bonte zegge of Japanse zegge genoemd.
De hoogte van Carex morrowii ‘Ice Dance’ bedraagt 50-60 cm en deze bonte zegge vormt een soort pollen of pruiken met een doorsnede van circa een halve meter of meer.
Carex morrowii komt van nature voor in de lage delen van bergachtige gebieden in Japan. Vaak onder drassige omstandigheden.
Net als andere Carex morrowii variëteiten staat Carex morrowii ‘Ice Dance’ graag op een vochtige humusrijke bodem op een plek in de halfschaduw of schaduw.
Carex morrowii ‘Ice Dance’ kan zowel als wintergroene bodembedekker of als solitair gebruikt worden in bijvoorbeeld een Japanse tuin. De worteluitlopers zorgen voor een dichte mat waar onkruid nauwelijks doorheen komt.
De bloei van Carex morrowii ‘Ice Dance’ vindt plaats in de periode april-juli.
Soms krijgt Carex morrowii ‘Ice Dance’ in de winter een bruin blad. Het beste is dan om Carex morrowii ‘Ice Dance’ in het voorjaar af te knippen waarna fris blad verschijnt.
Carex morrowii ‘Silver Sceptre’ is een bonte zegge of Japanse zegge met een wat smaller en langer blad dan andere Carex morrowii-variëteiten. Ook zit er iets meer wit in het fraaie wintergroene blad van Carex morrowii ‘Silver Sceptre’ waardoor de zegge wel van zilver lijkt. Vandaar de naam zilverzegge.
De bloeitijd van de zilverzegge valt in de periode april-mei en Carex morrowii ‘Silver Sceptre’ bloeit met kleine borstelachtige bloemen.
Carex morrowii ‘Silver Sceptre’ kan na een vorstperiode bruin worden en dan kan deze bonte zegge het beste afgeknipt worden op een hoogte van 10 cm boven de grond.
Carex morowii ‘Variegata’ of bonte zegge is een gemakkelijke bodembedekkende wintergroene zegge. Soms wordt de naam Japanse zegge gebruikt voor Carex morrowii.
Het wintergroene of moet ik zeggen winterbonte blad is de belangrijkste sierwaarde van Carex morrowii ‘Variegata’.
De hoogte van Carex morrowii ‘Variegata’ bedraagt meestal 50-60 cm. De bloei valt in de periode april-juni en is vrij onopvallend.
Carex morrowii ‘Variegata’ houdt van een voedselrijke en vochtige standplaats. Deze standplaats mag zonnig zijn maar een schaduwrijke plaats is voor Carex morowii ‘Variegata’ ook geen probleem.
Bladgrootte:groot (15 cm>)
Synoniem naam:Acanthus longifolius